Maurits von Martels | Wethouder, veehouder én voetballer

Maurits von Martels (55) is al sinds 2010 wethouder in de Gemeente Dalfsen. De in buurtschap Hessum geboren en getogen CDA’er heeft een groot sporthart. Hoewel zijn agenda bomvol staat en voor de oud-SVD’er een dag van 24 uur eigenlijk te kort is, staat de zondagochtend structureel geblokt. Dan staat de linkspoot namelijk op het veld met Vilsteren 3.

Kunt u eens beschrijven hoe voetbalgek u bent?
“Voetbal is en blijft mijn grote liefde. Als achtjarig ventje ben ik bij SV Dalfsen begonnen. F’jes had je destijds nog niet en wedstrijden speelden we toen al op een groot veld met elf tegen elf. Eigenlijk heb ik alle jeugdelftallen doorlopen, tot het eerste aan toe. Ik weet nog dat ik vanuit de A1 de overstap naar de senioren zou maken en aanvankelijk bij het tweede ingedeeld stond. In de voorbereiding speelden we een oefenwedstrijd tegen het eerste. We wonnen met 6-0 en ik maakte alle zes de doelpunten. Toen kon de trainer niet meer om me heen en heb ik de rest van het seizoen in Heren 1 gespeeld. René Eijkelkamp brak toen net door en zou niet veel later naar Go Ahead vertrekken. Kan dus mooi zeggen dat-ie met mij gevoetbald heeft, haha!

Toch kostte het selectievoetbal me op een gegeven moment te veel tijd. Maar helemaal stoppen was geen optie. Juist op dat moment – begin jaren tachtig – werd Vilsteren opgericht. Uit protest over een bierprijsverhoging in de SVD-kantine, geloof ik. Een aantal SVD’ers, waaronder Bartje Bergman, Anton Boerdijk, Wim Bremmer en Ben Rientjes, stapte over naar Vilsteren. Voor mij was dat eveneens een perfecte uitkomst. Niet om de bierprijs, maar vanwege de reisafstand. In plaats van een halfuur fietsen sta ik nu binnen vijf minuten op het veld. Ik geniet nog altijd iedere zondag van een wedstrijd voetballen. Inmiddels dus al bijna 48 jaar lang.”

2015 | Onthulling nieuwe kleedkamers en scorebord op Sportpark Gerner

U zit in het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Dalfsen, bent melkveehouder, bestiert een Bed&Breakfast en heeft zich voor het CDA kandidaat gesteld voor de landelijke Tweede Kamerverkiezingen. Waar haalt u de energie en tijd vandaan voor een potje voetbal?
“Ik ben niet anders gewend dan lange dagen te maken. ’s Ochtends sta ik even na vijven naast mijn bed. Overall en laarzen aan om de koeien te melken. Daarna gauw verkleden, waarbij ik de boerderijkleding verruil voor een pak. Meestal lukt het me dan om stipt half tien op het gemeentehuis aan te komen. Als ik ’s avonds thuiskom loop ik regelmatig meteen weer door naar de stallen, bijvoorbeeld als een kalfje op komst is. Zo niet, pak ik de gemeenteraadsstukken om me voor te bereiden op de volgende dag. Het werk gaat zeven dagen per week door, al heb ik tegenwoordig wel iemand in dienst om me bij te staan met de melkveehouderij. De zondag op het voetbalveld is dan juist even heerlijk ontspannend. Bovendien is het een teamsport en heb je een sociale verplichting naar elkaar toe. Weer of geen weer, we zijn bijna altijd met zestien man aanwezig. Prachtig, toch?”

Als wethouder heeft u een dienende functie. Hoe manifesteert u zich binnen de lijnen van het voetbalveld?
“Ik ben een echte linkspoot met een aardige techniek en hard schot. Vroeger stond ik linksbuiten, maar later ben ik een linie gezakt naar de positie van linkshalf. Bij Vilsteren 3 sta ik vaak als mid-mid (centrale middenvelder, red.) opgesteld. Ik doorzie het spelletje aardig. Wel ben ik een beetje een postbode, heb de neiging de bal soms te willen halen én brengen. Een steekbal in niemandsland zie je mij niet geven. Dan houd ik de bal liever iets langer bij me. Balbezit is heilig. Je merkt dat ik – net als mijn ploeggenoten trouwens – nog steeds bloedfanatiek ben. Al is tegenwoordig de pijp na een uur wel leeg. Het lichaam is niet meer zo sterk als de geest, zal ik maar zeggen…”

Weer of geen weer, we zijn altijd met zestien man. Prachtig, toch?

Welke binding heeft u nog met SV Dalfsen?
“Aangezien sport al jaren in mijn takenportefeuille van wethouder zit, onderhoud ik logischerwijs contacten met alle zes de voetbalverenigingen binnen de grenzen van de Gemeente Dalfsen. Maar het zal je niet verbazen dat ik met SV Dalfsen, gezien mijn verleden, de meeste binding heb. Natuurlijk ken ik nog veel mensen binnen de club. De prestaties van het eerste elftal volg ik trouwens wekelijks op de voet. Ik zie een aantal wedstrijden per seizoen vanaf de zijlijn. Daarnaast hou ik het via de website en social media in de gaten. De potentie is aanwezig. Dalfsen heeft altijd een sterke jeugdafdeling gehad. Het zou toch mooi zijn als de club op het sportieve vlak eens een stap omhoog weet te zetten. Op sociaal gebied heeft het bij SV Dalfsen nooit ergens aan ontbroken. Ik heb de club als jeugdspeler en jongvolwassene altijd als erg gemoedelijk ervaren. De gezelligheid in de kantine, activiteiten als de dropping. Wanneer ik een wedstrijdje zie of vanuit mijn functie als wethouder op Sportpark Gerner kom, heb ik de indruk dat het nog steeds dezelfde club is als pakweg veertig jaar geleden. En dat bedoel ik positief.”

Welke veranderingen ziet u in vergelijking met vroeger?
“Qua sfeer en gevoel is SV Dalfsen niet echt veranderd volgens mij. Wel hoor ik regelmatig dat het steeds lastiger wordt vrijwilligers te vinden voor bijvoorbeeld kantinediensten, het fluiten van wedstrijden en bestuursfuncties. Al is dat niet specifiek van toepassing op SV Dalfsen, maar meer een landelijke trend. Natuurlijk zijn mensen vaak druk, toch is het lang niet altijd onwil, denk ik. Het is vaak net zo goed de maníer van benaderen waar het aan schort. Te vrijblijvend. Wanneer je actiever gaat werven, in kaart brengt wie waar voor openstaat, vervolgens de telefoon pakt en leden op de man af vraagt zaterdag een potje te fluiten of een bardienstje te draaien, is dat probleem wel te tackelen.”

Het zou toch mooi zijn als de club op het sportieve vlak eens een stap omhoog weet te zetten

Tot slot een heet hangijzer: hoe kijkt u aan tegen een mogelijke fusie van SV Dalfsen en ASC’62?
“Dat zou ik alleen maar toejuichen. Ik heb zelfs de indruk dat daar onder leden van de twee clubs meer draagvlak voor is dan gedacht wordt. Waarom niet eens een grote enquête uitrollen onder leden om het in kaart te krijgen? Dat is nog nooit écht serieus gebeurd. Nu laten de besturen de oren nog te vaak hangen naar een schreeuwende minderheid van tegenstanders. Dat vind ik erg jammer. Nergens op gebaseerd. Wat maakt het nou uit aan welke kant van het fietspad je vandaan komt? Oké, op gebied van jeugd wordt inmiddels een beetje samengewerkt. Dat is echter meer vanuit noodzaak ontstaan, omdat oudere jeugdelftallen van SVD en ASC net geen ploeg op de been konden brengen. Maar goed, het is een begin. Het verschil tussen voetballen op zaterdag of zondag is geen issue. Kijk Lemelerveld. Dat heeft inmiddels een zaterdag- en een zondagtak. Leden mogen tot hun 25e jaar op zaterdag voetballen en gaan daarna naar de zondag. Kunnen ze als ze jong zijn naar hartenlust uitgaan op zaterdagavond, zonder daarvoor naar een andere club over te stappen. Zo zie ik het eveneens wel voor me in Dalfsen.”


Bron: Jubileummagazine SV Dalfsen 75 jaar