ANNO 1993 | Saamhorigheid basis voor promotie naar 3e klasse

Het seizoen 1992/93 is nog altijd hét sportieve hoogtepunt in de geschiedenis van SV Dalfsen. In een spannende beslissingswedstrijd op neutraal terrein van Heerde versloegen de roodgelen tegenstander V&K met 2-1. Door de winst verzekerde het eerste elftal zich van promotie naar de 3e klasse. Wij blikken op deze glorietijd terug met de hoofdrolspelers van toen; middenvelder Jeroen Booijink en spits Henri Noordman, maker van het winnende doelpunt in de laatste minuut van de verlenging.

Het is even na zeven uur op een druilerige maandagavond als Jeroen Booijink de kantine binnenkomt. In zijn hand een plastic zak vol met fotoboeken en knipselmappen. Terwijl de koffie nog pruttelt, is Jeroen aan de stamtafel al druk bezig met het uitstallen van zijn materiaal. Niet veel later schuift ook Henri Noordman aan. De twee oud-ploeggenoten begroeten elkaar hartelijk; het startsein voor een gezellige avond, waarin herinneringen worden opgehaald en anekdotes uit het promotiejaar elkaar in rap tempo opvolgen. Het ene verhaal is nog gekker dan het andere. Al gauw wordt duidelijk dat het met de sfeer wel goed zat in de selectie van toen. Het was zelfs de katalysator van het succes. De spelersgroep bulkte namelijk niet direct van het talent of tactisch vernuft, maar had wél alles voor elkaar over.

De hoofdrolspelers uit de promotieploeg, Jeroen Booijink en Henri Noordman, halen 25 jaar na dato herinneringen op

Iedere maandag slecht
Het was dus geen toeval dat juist SV Dalfsen in de bloedstollende verlenging tegen V&K aan het langste einde trok. “Ik weet nog dat we de eerste helft behoorlijk zijn weggetikt”, herinnert Booijink zich. “Pas na rust kwamen we beter in de wedstrijd. Door een gelukje – een lange bal van Okkie (Nico Noordman, red.) werd door iedereen gemist en zeilde zo het doel in – kwamen we vlak voor tijd gelijk en dwongen zo een verlenging af.” Op het moment dat de 22 spelers en 1200 aanwezige supporters zich op leken te gaan maken voor een strafschoppenserie, knikte Henri Noordman in extremis de 2-1 binnen. In de Dalfser Courant van toen is over dat moment het volgende te lezen: De V&K-spelers zakten ontmoedigd ter aarde en de Dalfser spelers gebruikten hun laatste restje energie om achter de dol geworden Henri Noordman aan te rennen.

De schitterende foto van een juichende Noordman, achterna gezeten door een uitzinnige Booijink, hangt nog altijd in de kantine. De twee genieten zienderogen van de trip down memory lane, vandaag de dag al weer bijna 25 jaar geleden. “Eerst feest op het veld natuurlijk, met alle supporters”, weet Noordman nog. “Daarna op de platte kar door het dorp. Bij terugkomst zat de héle kantine tot aan de nok toe vol en hebben we flink gefeest. De wedstrijd tegen V&K was de bekroning van een serie overwinningen. Eerst pakten we in Hoonhorst een periodetitel en de drie weken daarna speelden we iedere zondag een beslissingsduel om promotie. We bleven maar winnen. Ik weet nog dat mijn baas gek opkeek dat ik een maand lang iedere maandag slecht was.” Het avontuur in de 3e klasse bleef tot slechts één seizoen beperkt. “Foutjes waar je in de 4e klasse nog mee wegkwam, werden een niveautje hoger genadeloos afgestraft”, analyseert Booijink. “Dat we meteen weer degradeerden was geen schande.” Booijink en Noordman kijken vooral met trots en genoegen terug op de roemruchte tijd. Veelvuldig valt daarbij de naam van Jan Roeke, destijds trainer van het vlaggenschip. “Jan wist als geen ander saamhorigheid te creëren”, stelt Noordman. “Gaf ons het gevoel dat we van iedereen konden winnen, zo lang we het maar met z’n allen zouden doen.”

Gipsen poot
De anekdotes zijn legio. Zoals de keer dat Roeke in plaats van een tactisch praatje voor de wedstrijd enkel een grote fotocollage uit de Playboy liet zien om zijn spelers te motiveren. Een andere keer was de trainer zelf het mikpunt van een geslaagde grap. “Okkie kwam eens terug van de wintersport voor een wedstrijd”, grinnikt Noordman. “Nét op tijd. Kwam-ie ook nog aanstrompelen met z’n poot in het gips. Nep natuurlijk, maar dat wist Roeke niet. Trainer over de zeik, dat-ie niet even gebeld had. Werd-ie nóg bozer. Vlak voor de warming-up doet Okkie ineens z’n spalk af en loopt zo het veld op. Ik heb toch nooit gezegd dat ik niet kon spelen? Dat soort geintjes kwam wel vaker voor.”

De bekende ‘kantinefoto’: een uitzinnige Jeroen Boojink zit achter Henri Noordman aan, nadat deze zojuist het winnende doelpunt tegen V&K heeft gemaakt

“We verzamelden altijd bij De Brinkhof van Jaap en Dinie”, gaat Booijink verder. “Zaten we daar rond de bar aan de koffie, vlak voor de derby tegen Hoonhorst. Ging de telefoon. De terreinknecht van Hoonhorst, om te vertellen dat de wedstrijd afgelast was, omdat de scheidsrechter verhinderd was.” Naast Booijink zit Noordman alweer te glunderen, popelend om het verhaal af te maken. “Roeke balen, dat het duel zo kort voor de aftrap nog werd afgelast. Wij gauw bier besteld. Toen we toe waren aan het tweede rondje ging weer de telefoon; weer de terreinknecht, de wedstrijd ging tóch door. Roeke schelden. In werkelijkheid belde Harold (Eijkelkamp, red.) vanuit het zaaltje naast de bar. Dat wist iedereen, behalve de trainer…”

Gullit-pruik
De verhalen zijn kenmerkend voor de periode. De grappen en grollen zorgden ervoor dat de selectie naar elkaar toe groeide. Spelers konden van elkaar op aan, lieten elkaar nooit zitten. “Okkie was dus op tijd terug van wintersport”, stelt Booijink. “Zelf ben ik wel eens teruggekomen van een weekendje Zuid-België. Even op en neer voor een potje voetbal. En Arko Heitbrink bijvoorbeeld, studeerde in Eindhoven, maar was wél ieder weekend op Gerner en had dan voor de hele selectie vlaai uit het zuiden bij zich. Dat klinkt misschien niet zo bijzonder allemaal. Toch is het dat wel, zeker als ik het vergelijk met hoe het nu vaak gaat. Jongens van nu gaan bijvoorbeeld studeren in Groningen of krijgen kinderen en stoppen dan meteen met voetballen. In onze tijd was zoiets totaal niet aan de orde. Je maakte deel uit van een elftal en dacht niet eens aan stoppen. Je voetbalde gewoon door tot je in de dertig was. Wij hadden dus een mooie mix van ervaren jongens als Trees (Frans Nijenhuis, red.), Nico Klumper, Harry Kamphuis en jonge talenten als Dennis Heitbrink en Michel Lucas.”

Ondertussen vordert de avond. De ene na de andere anekdote passeert de revue. Het is een schier onuitputtelijke bron. Om een voorstelling te kunnen maken van het reilen en zeilen ten tijde van het promotiejaar 1993 is weinig verbeeldingskracht nodig. Booijink en Noordman hebben de grootste lol als de promotiefoto tevoorschijn komt uit een knipselmap. Booijink, op de plaat getooid met ‘Gullit-pruik’, begint nog maar eens aan een verhaal…

Achterste rij v.l.n.r.: Chris Halfman (voorzitter), Herman Mestebeld (materiaalman), Ronald Booijink, Henk Kodden, Jan Bosch, Wim Kamphuis, Michel Lucas, Dirk Mosterman, Ton van de Vegt, Nico Klumper, Henri Noordman, Iljan Schouten en Andries Heitbrink (leider). Voorste rij v.l.n.r.: Barry Lozeman (assistent-trainer), Derek van de Vlugt, Gerard van de Vegt (verzorger), Alfred Beumer, Jan Roeke (trainer), Nico Noordman, Dennis Heitbrink, Frans Nijenhuis (met hoed), Wim Koerhuis, Arko Heitbrink, Harry Kamphuis en Jeroen Booijink.

Dalfser Courant | 1993

Bron: Jubileummagazine SV Dalfsen 75 jaar